Zorg voor weeskinderen
Opvang van weeskinderen en ‘sociale wezen’ wereldwijd, in Nederland en in Peru
Heb jij weleens een wees gesproken, of een pleegkind? Weet jij hoe de opvang van de weeskinderen in Nederland en in andere landen geregeld is? Wellicht niet. Toch is het goed om daar wat meer over te weten, zeker ook omdat het opdracht van God is om voor de wezen te zorgen (Zie andere blogs op deze pagina). Daarom willen we door middel van dit artikel wat informatie geven hoe de weeszorg geregeld is in Nederland en maken we de vergelijking met Peru.
Allereerst is het belangrijk om te bepalen wat we verstaan onder de term ‘wees’. Een wees wordt gedefinieerd als een kind dat één of beide ouders heeft verloren. Het verlies van één ouder classificeert het kind als een “vader- of moederwees” en het verlies van beide ouders als een “dubbele wees”. In veel gevallen kan een ‘wees’ nog steeds bij het primaire of uitgebreide gezin wonen. Wereldwijd wordt geschat dat er ongeveer 153 miljoen kinderen zijn die een ouder hebben verloren; 17,8 miljoen van hen hebben beide ouders verloren.
De meeste kinderen (90%) die wereldwijd in opvangtehuizen leven zijn echter geen weeskinderen, maar zogenaamde ‘sociale wezen’. Door verschillende oorzaken kunnen zij niet meer bij familie wonen. De meest voorkomende oorzaken van scheiding tussen kinderen en ouderlijke zorg zijn namelijk armoede, gebrek aan toegang tot basisvoorzieningen, misbruik, verwaarlozing, ziekte, handicaps en noodsituaties. Deze oorzaken leiden ertoe dat de kinderen niet meer bij hun ouders kunnen wonen en dus ‘sociale wezen’ zijn die in opvangtehuizen of bij pleegfamilies wonen.
UNICEF schat dat ten minste 2,2 miljoen kinderen in de wereld in opvangtehuizen leven. Opvangtehuizen omvatten in dit geval alle soorten residentiële zorg, van kleine instellingen (15 kinderen of minder) tot grootschalige instellingen. Dit aantal wordt door velen beschouwd als een aanzienlijk understatement, aangezien veel weeshuizen over de hele wereld niet geregistreerd zijn en de kinderen die er wonen niet officieel geregistreerd zijn.
Helaas lijkt het aantal kinderen dat in opvangtehuizen leeft toe te nemen. Deze toename is in tegenspraak met wereldwijde richtlijnen en het verklaarde beleid van veel regeringen die de geleidelijke vermindering van het aantal opvangtehuizen promoten vanwege de negatieve effecten op de kinderen.
Situatie kinderen zonder ouderlijke zorg in Nederland
In Nederland worden jaarlijks ruim 6.000 kinderen wees doordat ze een of beide ouders verliezen. In totaal kunnen ruim 40.000 kinderen niet meer thuis wonen vanwege verschillende redenen.
Vanuit de Jeugdwet regelen gemeenten hulp en ondersteuning voor kinderen tot 18 jaar die niet meer thuis kunnen wonen. In de Jeugdwet staat onder anderen dat de gemeente verantwoordelijk is voor de beslissing of jeugdhulp nodig is en of pleegzorg de beste oplossing is. Ook staat er dat een kind dat uit huis geplaatst wordt, indien mogelijk, bij een pleegouder of in een gezinshuis geplaatst moet worden. Deze alternatieve vormen van opvang heten ‘jeugdhulp in gezinsvormen’.
Pleegzorg is een vorm van hulp waarbij een kind tijdelijk in een ander gezin gaat wonen. De pleegouder ontvangt een vergoeding van de overheid: de pleegvergoeding. Dit is een vast bedrag per dag dat bedoeld is voor kosten die u maakt voor uw pleegkind. Nederland telt momenteel zo’n 16.500 pleeggezinnen waarin ruim 19.000 kinderen zijn ondergebracht.
In een gezinshuis wonen gemiddeld 3 tot 6 uithuisgeplaatste kinderen samen met de gezinshuisouders en hun eigen kinderen. In een normaal huis in een gewone buurt. Gezinshuisouders zijn de vaste opvoeders, zij vormen de vaste basis. Anders dan in een pleeggezin zijn gezinshuisouders professionele opvoeders. Nederland telt momenteel zo’n 940 gezinshuizen waarin ruim 3100 kinderen wonen.
Tenslotte bestaat in Nederland ook nog de de residentiële jeugdhulp. In de residentiële jeugdhulp leven kinderen en jongeren, vrijwillig of gedwongen, dag en nacht buiten hun eigen omgeving. Zij verblijven in leefgroepen en worden begeleid door pedagogisch medewerkers. Momenteel zijn er 282 jeugdzorginstellingen in Nederland en in 2015 leefden er 10.000 jongeren in residentiele jeugdzorg.
We kunnen concluderen dat de opvang voor kinderen zonder ouderlijke zorg goed geregeld is in Nederland. Er zijn verschillende manieren en er wordt geld in geïnvesteerd.
(Bron: https://www.nji.nl/)
Situatie kinderen zonder ouderlijke zorg in Peru
Waar in Nederland veel statistieken beschikbaar zijn en er verschillende opties zijn voor kinderen die niet bij hun ouders kunnen wonen is dat in Peru heel anders. Er zijn maar twee opties voor kinderen hier: óf in een woonopvangcentrum wonen of bij een pleegfamilie. Een rapport van het nationale actieplan voor kinderen en tieners in Peru geeft aan dat in 2018 totaal 7940 kinderen en tieners in een woonopvangcentrum woonden. Het begrip pleegfamilie daarentegen is vrij nieuw in Peru en wordt nog heel beperkt gebruikt, er zijn dan ook weinig cijfers van. In de regio van Trujillo zijn tot op heden twee pleegfamilie’s. Kinderen worden hier, na interventie door de overheid, bijna standaard in opvangtehuizen geplaatst waarna de optie voor eventuele adoptie of een pleegfamile in beeld komt. Ook is er geen financiële bijdrage beschikbaar voor eventuele pleegouders.
De redenen dat bijna 8.000 jonge Peruanen in tehuizen wonen, zijn divers en zullen we in een volgend artikel behandelen, maar het antwoord om de bescherming te garanderen is bijna altijd door middel van institutionalisering.
Institutionalisering – naast het feit dat het in strijd is met het recht om in een gezinsomgeving te leven – heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van minderjarigen: hechtingsstoornissen, hoge mate van apathie, rusteloosheid, hyperactiviteit, angst, depressie, slaapstoornissen, eetstoornissen, verminderde cognitieve ontwikkeling, vertraagde lichamelijke groei en zelfs blootstelling aan seksueel geweld. Hoe eerder een kind wordt opgenomen, hoe groter de schade aan zijn hersenontwikkeling. Daarnaast is het lastig om, na jaren in een instituut geleefd te hebben, weer de stap naar onafhankelijk leven in de samenleving te kunnen maken. Dit proces wordt vaak abrupt in gang gezet zonder goede begeleiding en processen. Dat leidt tot veel problemen onder deze groep jongeren, problemen die voorkomen zouden kunnen worden door betere begeleiding en een beter proces van verzelfstandiging dat op jongere leeftijd ingezet wordt. Ook meer aandacht te geven aan de optie om de kinderen en jongeren te laten opgroeien in pleegfamilies helpt voor de ontwikkeling van deze jongeren.
Stichting Luz y Esperanza zet zich daarom in om projecten in Peru te ondersteunen die deze groep tieners en jongeren helpen aan perspectief voor een betere toekomst. Dit gebeurt door het geven van betere begeleiding gedurende de overgang van het leven in een opvangtehuis naar een zelfstandig leven of terugkeer naar familie en door het promoten van pleegfamilies. Lees meer op onze webpagina www.luzyesperanza.nl hoe onze partner Cambiando Horizontes zich inzet voor deze doelgroep.
Wilt u graag bij dragen aan het werk van onze partner Cambiando Horizontes? Neem dan contact met ons op via info@luzyesperanza.nl of doneer direct op NL61 ABNA 0845 862 936 t.n.v. Stichting Luz y Esperanza o.v.v. Cambiando Horizontes.